Op woensdag hebben we een beetje rustig aan gedaan, ’s ochtends eerst naar de markt geweest in Isigny en ’s middags hebben we Pointe du Hoc bezocht.
Hier zijn de geallieerden in juni 1944 tegen de steile klip omhoog geklommen om de kanonnen van de Duitsers uit te schakelen.
Er staat een gedenkteken en je ziet overal nog kraters vanwege de beschietingen en delen van bunkers.
Ook is er een museum maar dat hebben we niet bezocht.
Daarna hebben we nog een Duitse begraafplaats bezocht, La Cambe.
Onderweg kwamen we door een dorpje met een enorm beeld, gemaakt door een Chinese kunstenaar.
De volgende dag hebben we weer een mooie wandeltocht gemaakt vanuit Quinéville van 25 km.
Eerst een stuk langs het water gelopen waar we lekker onze meegebrachte koffie en thee hebben zitten drinken.
Daarna hebben we een stuk langs weilanden en akkers gelopen.
Ook zijn we nog even in het plaatsje Sainte Mère Eglise geweest waar een parachutistenpop aan de toren hangt ter nagedachtenis aan de parachutist John Steele die aan de toren bleef hangen.
Op vrijdag hebben we een wandelingetje gemaakt langs de rivier de Elle en daarna hebben we het huisje schoongemaakt en alles ingepakt zodat we de volgende dag weer op tijd konden vertrekken.