Na een week in de Cevennen verbleven we vervolgens een week in de Drôme waar we een gîte hadden gehuurd bij Au Moulin d’Antan, gerund door Margot en Reint. 

Hier hebben we het erg naar onze zin gehad, de eerste dagen was het behoorlijk warm, maar later in de week werd het wat minder heet, prima wandelweer. Ook hier hebben we een keer gebruik gemaakt van table d’hôte, gezellig met de andere gasten aan een lange tafel. 

Omdat het eerst erg warm was hebben we op advies van Reint een tocht gemaakt naar de Col de Rousset, op 1254 m hoogte, daar was het toch al gauw zo’n 6 graden minder. De weg erheen was al prachtig met natuurlijk weer allemaal haarspeldbochten

en bovenop hebben we een mooie wandeling gemaakt.

De dagen erna hebben we nog diverse andere wandeltochten gemaakt, o.a. van de Claps naar Luc-en-Diois waar we een stadswandeling hebben gemaakt, toen weer terug en daarna nog een tocht door het moeras vlakbij. De Claps is ontstaan door een enorme steenlawine in 1442, erg indrukwekkend al die gigantische rotsblokken, je kan hier wandelen langs de rivier de Drôme en ook zwemmen en klimmen. 

Dinsdagnacht had het flink geregeld en toen we woensdag een wandeltocht begonnen vanuit Luc-en-Diois hingen er nevelflarden tussen de bergen, een mooi gezicht.

Deze wandeling voerde ons langs walnotenbomen en wijngaarden, weer heel anders dan de vorige.

De volgende dag zijn we in het stadje Die geweest, overal kan je Clairette de Die kopen, een lekkere bubbeltjeswijn. Hier hebben we een stadswandeling gemaakt en daarna zijn we naar de vlindertuin gegaan.

Hier hebben we prachtige vlinders gezien in allerlei kleuren en maten.